Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nu al de koningen, die Hadad-ezers [34]knechten waren, zagen, dat zij voor Israels aangezicht geslagen waren, maakten zij vrede met Israel, en [35]dienden hen; en de Syriers vreesden de kinderen Ammons meer te [36]verlossen. 34. Dat is, die hem onderworpen, of onder zijn bescherming waren, of die hij tot zijn dienst in dezen krijg gebruikt had. 35. Dat is, waren hun onderworpen en onderdanig. Vergelijk 1 Sam.4:9, en elders dikwijls. 36. Dit is, bij te staan, te hulp komen, om te verlossen.